Peter Dijkstra gilt als einer der weltweit besten Chorleiter. Der junge Spezialist, Jahrgang 1978, leitet seit 2005 den Chor des Bayerischen Rundfunks in München. Seit 2007 ist er zudem Musikdirektor des Schwedischen Rundfunkchores; ab August 2015 wird er dann außerdem Chefdirigent des Niederländischen Kammerchores sein. Noch viel mehr Chöre und auch etliche Orchester hat er bereits dirigiert, und zahlreiche Preise erhalten. Insofern startet man diese CD mit hohen Erwartungen. Denn die A-cappella-Chormusik von Johannes Brahms ist für Sänger keineswegs ein Spaziergang. Stücke wie die Fest- und Gedenksprüche op. 109 oder die diversen Motetten – man denke nur an Warum ist das Licht gegeben – stellen beträchtliche Anforderungen an Chöre. Und es gibt verschiedene Möglichkeiten, diese anspruchsvollen Stücke aufzuführen.
„Ik denk dat het bij de uitvoering van koormuziek van Brahms de grote uitdaging is, om de stemkleuren von de individuele zangers zo te vereningen dat er een levendige en persoonlijke koorklang kan ontstaan, welke in dienst staat van de muzikale expressie“, erklärt Dijkstra seine Sicht auf diese Werke. „Er wordt in de koorwereld bij de uitvoering von romantische muziek vaak gekozen voor een erg strak klangideaal, waarbij de ruimte voor individuele expressie voor de zangers vaak extreem wordt opgeofferd voor het ultieme doel: de menging van de klank“, merkt der Chorleiter an. „Dit resulteert vaak in vlakke uitvoe- ringen, die op mij 2-dimensioneel overkomen. Ik kies duidelijk voor een vokalere instelling die correspondeert met de principes van het lied zingen, waarin een legato-frasering zeer belangrijk is, verbonden aan een duidelijke deklamatie van de tekst. De menging van de klank ontstaat op zo'n manier door het vereningen van de persoonlijke klank en expressie van elke inidivuele zanger, en niet door het terughouden van de klank om menging te realiseren.“
Der Schwedische Rundfunkchor ist mit 32 Sängern kein allzu großes Ensemble. Doch seine Mitglieder sind durchweg erfahrene Profis. Und so klingt der Chor dann auch: Intonation sauber, Phrasierung gekonnt und Dynamik flexibel. Ausdruck hingegen ist nicht unbedingt die Stärke dieses Chores. Auch einen charakteristischen Chorklang habe ich nicht gefunden. Gewisse Wünsche hätte man da schon, zumal Brahms in diesen Werken offenbart, wie viel er bei den sogenannten alten Meistern gelernt hat. Insofern wäre es interessant, diese Musik einmal weniger romantisch-opernverklärt zu hören, statt dessen vielleicht klanglich etwas näher an ihren Vorbildern. Diese Aufnahme jedenfalls macht mich nicht voll- kommen glücklich.
Abonnieren
Kommentare zum Post (Atom)
Keine Kommentare:
Kommentar veröffentlichen